Zó creëer je meer kans voor insecten in het stedelijk gebied

Het zal niemand zijn ontgaan: alle berichten over de alarmerende afname van het aantal insecten in Nederland. Het is een extra reden om met elkaar te zorgen voor meer natuurlijk en biodivers groen in de stad. En dat kan al heel eenvoudig! Drie adviezen van de Vlinderstichting. 

Het gaat erg slecht met de insecten in Nederland. Terwijl ze enorm belangrijk zijn als opruimers, bestuivers en als voedsel voor veel andere dieren zoals vogels. Wil je insecten meer kans bieden? Zorg dan voor kleur in het groen van bermen, slootkanten en parken, want veel insecten hebben bloeiende planten nodig voor nectar en stuifmeel. Realiseer dus bloemrijk grasland, en dat kan zo:

Anders maaien

Als je plekken die al een redelijke uitgangspositie hebben, jaarlijks maait en het mengsel afvoert (tweemaal per jaar op rijkere gronden), komt daar vanzelf kleur in: pinksterbloem, knoopkruid, rolklaver en vele andere bloemen voelen zich daar goed bij thuis.

Bloemen inzaaien

Is het groen voedselrijk grasland met een dichte grasmat, dan duurt het jaren voor je er met een beheer van maaien en afvoeren bloemen krijgt. Zaai het dan in: haal hiervoor de bovenste laag met de graswortels weg en zaai een inheems en meerjarig mengsel.

Laat bij maaien delen staan

Als er bloemrijk grasland is en het wordt gemaaid, zorg dan dat er altijd delen de winter blijven overstaan. Hierin kunnen eitjes, rupsen, poppen en volwassen insecten veilig de kouden periode doorkomen. De volgende keer kunnen deze delen worden gemaaid, en dan blijven andere stukken staan.

Op deze manier zorg je al snel voor veel meer kleur in het groen: goed voor insecten, voor vogels én voor mensen.